- Redactie PINdeal
Politiek worstelt met verbod op toeslag voor elektronische betalingen

Lastige materie naar nu blijkt. Het wel of niet mogen doorrekenen van een toeslag bij gebruik van een betaalmiddel. En dat bij wet vastleggen.
Onze politici zijn er nog steeds niet uit.
En dat terwijl in januari van dit jaar eigenlijk een wet in werking had moeten gaan. Een wet die het Nederlandse ondernemers in ieder geval zou verbieden om een toeslag of 'surcharge' te rekenen voor kaartbetalingen.
Voor Nederland zou het gaan om een toeslag-verbod bij een betaling met een Europese betaalpas of MasterCard of VISA creditcard.
Dat is namelijk wat 'Europa' wil.
Terug in 2015 is namelijk een nieuwe betaalrichttlijn door de Europese Commissie afgevaardigd. Deze nieuwe richtlijn, Payment Service Directive 2 of kortweg PSD2 geheten, dwingt nationale regeringen om hun wetten over betalingsverkeer aan te passen.
Belangrijk doel van de aanpassing: het verder harmoniseren van een interne Europese markt voor kaart-, internet- en mobiele betalingen en het aanjagen van innovatie in het betalingsverkeer.
In iets andere woorden en kort door de bocht: het gelijk trekken van regelgeving in alle EU landen en tegelijkertijd zorgen voor gebruik van dezelfde definities.
Dit alles om te zorgen voor een gelijk speelveld in de wondere wereld van het betalingsverkeer.
Een speelveld waarin verschillende financiële en niet-financiële partijen - over landsgrenzen heen - meer met elkaar kunnen samenwerken én concurreren.
Met als doel verbeterde en (hopelijk ook) goedkoper betalingsverkeer voor ondernemers en consumenten.
Zo maakt de nieuwe richtlijn het mogelijk dat bijvoorbeeld een techreus als Google of Apple toegang mag krijgen tot bankrekening-informatie, en zelfs ook betaalopdrachten namens de consument mag uitvoeren.
Met uitdrukkelijke instemming van diezelfde consument.
Dat gelukkig dan weer wel ;-)
Een ander onderdeel van de PSD2 richtlijn is erop gericht om de hoge kosten voor kaartbetalingen aan banden te leggen. En daarmee de kosten voor ondernemer en consument te verminderen.
Al in december 2015 greep Europa hard in op de transactiekosten die de banken elkaar onderling in rekening brengen bij een betaalpas of creditcard betaling.
Bij veruit de meeste kaartbetalingen in Europa is namelijk een bank van de kaarthouder betrokken, en een bank van de ondernemer. Het bedrag moet immers van de rekening van de kaarthouder naar de rekening van de ondernemer. Of de betaling nu in een winkel gebeurt of in een webshop.
Als 'tegenprestatie' voor het overmaken van het geld betaalt de bank van de ondernemer een vergoeding aan de bank van de kaarthouder.
Als voorbeeld: een ING kaarthouder rekent met een pinpas of creditcard af bij een ondernemer die bij de Rabobank bankiert. De ING bank maakt het aankoopbedrag over aan de Rabobank. De Rabobank betaalt aan de ING bank daarvoor een vergoeding.
Deze vergoeding wordt soms ook aangeduid als interbancaire transactiekost, als 'interchange fee' of als 'afwikkelingsvergoeding'.
Hoe je het ook noemt.....
De nieuwe Europese richtlijn legde deze vergoeding stevig aan banden.
Sinds 9 december 2015 is er een maximum vergoeding ingesteld. Zo mag voor een debet ('pin') kaartbetaling niet meer dan 0,20% betaald worden over het transactiebedrag van de ene aan de andere bank. En voor een creditcard betaling niet meer dan 0,30%.
Lidstaten waar het betalingsverkeer al goedkoper was (lees: waar de banken elkaar minder in rekening brachten) konden hier in positieve zin van afwijken.
Goed om hierbij nog op te merken: de richtlijn op de maximale vergoeding is niet op alle kaartbetalingen van toepassing...
Namelijk niet op zakelijke kaartbetalingen. Niet op kaartbetalingen van zogeheten 3 partijen kaartstelsels, zoals American Express, Diners Club en Discover. En ook niet op kaartbetalingen met een betaalpas of creditcard van buiten Europa.
Bent u er nog?
Sorry voor de uitweiding hierboven. Helaas wel van belang om beter te begrijpen waarom er nu gesproken wordt over een verbod op een toeslag door ondernemers aan kaarthouders. Daar gaan we het nu over hebben.
Europa ging namelijk uit van de volgende redenering:
Als de bank van de ondernemer minder hoeft te betalen voor een kaartbetaling, hoeft zij ook minder bij de ondernemer in rekening te brengen.
De ondernemer - op zijn beurt - zou dan ook minder kosten hoeven door te belasten aan de consument. Een aankoop zou voor een Europese consument daarmee goedkoper moeten worden.
Althans dat was de ogenschijnlijk logische gedachtegang.

En nu komt ie....
Om zeker te zijn dat ondernemers niet alsnog een toeslag aan de consument gingen rekenen bij een kaartbetaling, verbood de Europese Commissie dat in diezelfde richtlijn.
Enigszins vreemd maar zeker ook lastig voor beleidsmakers: diezelfde richtlijn laat dus bepaalde kaartbetalingen buiten beschouwing (zakelijke kaartbetalingen, betalingen met bijvoorbeeld een American Express creditcard of betalingen met een kaart van buiten de EU)
Alle consumenten betalingen die met een MasterCard of VISA kaart worden gedaan vallen wel onder het 'surcharge' verbod. Zo ook betalingen met een Maestro of V PAY betaalpas.
Maestro en V PAY zijn de debet betaalmiddelen van MasterCard en VISA. Een betaling met zo'n kaart wordt direct van de betaalrekening afgeschreven. Misschien had je je dat nog niet gerealiseerd, maar in Nederland 'pinnen' we tegenwoordig met Maestro en VPAY betaalpassen.
Aan de individuele lidstaten en dus ook Nederland de schone taak om dat toeslag-verbod-stukje van de richtlijn in nationale wetgeving om te zetten. De deadline daarvoor was 13 januari 2018. Begin dit jaar dus.
Het merendeel van de EU landen heeft de richtlijn overgenomen in nationale wetgeving.
Sommige landen, zoals België, zijn daarbij een stap verder gegaan. Het is immers een richtlijn. In België mogen ondernemers vanaf augustus dit jaar geen enkele opslag of surcharge rekenen, ongeacht het betaalmiddel. Dus ook voor American Express betalingen mag geen toeslag worden gevraagd. Niet bij betalingen in de winkelstraat, noch online.
Hoe zit het nu in Nederland? Tja. Lastig.
Misschien goed om eerst nog even te kijken naar de situatie nu.
Onze interpretatie van het huidige, geldende wetsartikel - artikel 520 van het Burgerlijk Wetboek Boek 7 - is dat je als ondernemer een toeslag mag rekenen aan de betalende klant. Ongeacht het betaalmiddel.
Als winkelier, horeca-exploitant of internet-ondernemer mag je op basis van de huidige wetgeving nu dus nog steeds een toeslag rekenen voor bijvoorbeeld een cash, pin, creditcard, iDeal of AfterPay betaling.
Europese regelgeving uit 2014 verlangt wel dat die kosten dan in verhouding zijn met de kosten die je als ondernemer daadwerkelijk maakt voor de acceptatie van die betaling.
Kort intermezzo: In 2016 werd onder meer Thuisbezorgd en een aantal vliegticket aanbieders berispt door de Autoriteit Consument & Markt (ACM). Thuisbezorgd rekende aan klanten soms tot wel meer dan 10% van het orderbedrag bij een betaling met iDeal of creditcard.

De PSD2 richtlijn op 'surcharging' gaat dus zowiezo een aanpassing brengen aan de huidige wet. Nederlandse ondernemers mogen immers - conform de richtlijn - geen enkele toeslag meer rekenen voor consumenten betalingen met een in Europa uitgegeven Maestro of V PAY betaalpas, of MasterCard of VISA creditcard.
Voeg die beperking dan toe aan het huidige wetsartikel, hoor ik je denken.
Dan ben je klaar. Blijkbaar ligt dat in politiek Den Haag niet zo simpel.
En misschien ook wel terecht.
Want wat betekent een beperkt verbod op surcharging in de praktijk? Wat zijn mogelijk de gevolgen voor ondernemer, consument en betaalkaart organisaties zoals MasterCard, VISA en American Express, of nieuwere betaalmiddelen zoals AfterPay en Klarna?
En is het misschien niet beter om dan een totaal verbod in te stellen om een gelijk speelveld te krijgen? Is het wel eerlijk als bij het ene betaalmiddel wel een opslag mag worden gerekend en bij de andere niet?
Onze politici hebben vanaf de bekendmaking van de PSD2 richtlijn in 2015 de tijd gehad om daarover na te denken. Anno november 2018 is er nog niets definitief.
Ook na de laatste aanpassingen in het wetsvoorstel zijn er weer vragen gesteld over de uitwerking ervan en de argumentatie van de regering. Met name de VVD fractie in de eerste kamer zet vraagtekens bij het meest recente voorstel dat uitgaat van een beperkt doorberekeningsverbod.
Hoe die wet er nu precies uit komt te zien, en of het toch nog tot een totaal verbod gaat komen, is onduidelijk. Tot die tijd moeten we dus nog even geduld hebben en blijven ondernemers (en het hele betaalwereldje) in het gewis.
Naar verwachting zal de politiek ergens begin 2019 dan toch echt een nieuwe 'surcharge' wet moeten gaan aannemen. Het kan en mag niet veel langer duren, anders loopt Den Haag mogelijk een risico op een berisping en boete vanuit Brussel. De termijn voor implementatie van de richtlijn is immers al lang voorbij.
Op deze pagina van eerstekamer.nl kun je de laatste stand van zaken volgen en belangrijke documenten en correspondentie lezen. Maar je bent gewaarschuwd: de teksten zijn op zijn Haags zullen we maar zeggen...
Wij blijven het in ieder geval op de voet volgen en zullen zodra er meer duidelijk is, dat via onze PINdeal nieuws & blog en facebook pagina delen.
Wil je het deze blogs en het laatste betaalnieuws liever direct in jouw inbox ontvangen, meld je dan direct even aan voor onze nieuwsbrief.
Heb je vragen over dit artikel of wil je mogelijk wat toevoegen of rechtzetten? Laat het ons weten! Stuur even een email met jouw persoonlijke gegevens naar info@pindeal.nl en wij nemen contact met jou op. Liever zelf direct bellen (tijdens kantooruren) ook helemaal prima. Je kunt ons bereiken op 030 755 5335.